Waar zijn de ijsvogels? door Arjan Dwarshuis

Gepubliceerd 01 Jun 2021
Bijgewerkt 08 Oct 2024

Ijsvogel

Deze vraag wordt mij de laatste tijd vaak gesteld. Laat ik er geen doekjes om winden: het overgrote deel van de ijsvogels heeft de strenge vorstperiode van februari niet overleefd. Zelf zag ik er sindsdien slechts twee, terwijl ik er daarvoor bijna dagelijks wel één tegenkwam, soms zelfs midden in de stad. IJsvogels houden absoluut niet van ijs, ook al doet hun naam het tegenovergestelde vermoeden. Je zou zelfs kunnen stellen dat het hun grootste tegenstander is. Het zijn uitgesproken viseters die jagen vanaf een overhangende tak, vanwaar ze als een torpedo met hun dolkvormige snavel het water in duiken. Wanneer alles is dichtgevroren, kunnen ze dus niet aan voedsel komen. Dan zijn het ook nog eens vrij slechte vliegers, dus wegtrekken naar warmere oorden, zoals andere vogels, is ook niet echt een optie voor ze.

Optische illusie

Vermoedelijk heten ze ijsvogel omdat ze ijzerblauw zijn (afgeleid van het Germaanse ‘eisenvogel’), maar feitelijk klopt ook dat niet helemaal. Dat blauw is een optische illusie die beter bekend staat als iriseren. De structuur van de veren zorgt voor weerkaatsing van het zonlicht, dit veroorzaakt die felblauwe kleur, de veren zelf zijn kleurloos. Daarom zijn ijsvogels ook zo verdraaid lastig te ontdekken tussen de schaduwrijke boomtakken, meestal zie je ze pas als ze luid roepend, laag over het water wegvliegen.

Razendsnelle voortplanter

Nederland ligt aan de periferie van hun verspreidingsgebied (de ijsvogel is een Euraziatische soort die voorkomt van de Britse Eilanden oostelijk tot aan Papoea-Nieuw-Guinea). Tot voor kort was het bij ons een vrij zeldzame broedvogel. Pas op mijn elfde zag ik mijn eerste, in het Haagse Bos, terwijl ik toen al zeker een jaar fanatiek vogels keek. Ik herinner me dat moment nog als de dag van gister, die ijsblauwe schicht boven dat donkere rimpelloze wateroppervlak, zelden zag ik zo’n mooie vogel. Door zachtere winters als gevolg van klimaatverandering, grootschalige waterbergingsprojecten én een verbeterde waterkwaliteit nam de soort de laatste decennia exponentieel toe, van enkele tientallen paartjes in de jaren negentig, tot meer dan duizend paar in het topjaar 2020. Maar met de vorstperiode van begin dit jaar werd deze zegetocht dus in één klap tenietgedaan. Gelukkig zal de populatie zich binnen een paar jaar herstellen, mits er niet op korte termijn nog een langdurige strenge vorstperiode komt natuurlijk. IJsvogels planten zich namelijk razendsnel voort. Een ijsvogelpaar kan wel drie tot vier legsels van 6-7 kuikens in één broedseizoen grootbrengen. Dit doen ze in zelf uitgegraven tunnels van soms wel een halve meter lengte in oeverwanden of tussen het wortelstelsel van een omgevallen boom. Ook van de ijsvogelnestkasten van Vivara maken ze dankbaar gebruik.

ijsvogel 2

Geduld

Wil je zelf een keer een ijsvogel zien? Dan raad ik je aan om een keer de Biesbosch, de Noord-Limburgse beekdalen of het Naardermeer te bezoeken, dat zijn de echte ijsvogel-hotspots. Maar ook binnen de gemeente Amsterdam (vooral Amsterdam-Noord) broedden tot voor kort enkele tientallen paartjes. Misschien moet je alleen wel een jaartje geduld hebben, want 2021 zal naar alle waarschijnlijkheid een dramatisch broedseizoen worden.