(Sitta Europaea)

Boomklever

De bovenkant en de kruin van de boomklevers (Sitta Europaea) zijn blauw-grijs, en hebben een lange zwarte oogstreep.

Over de Boomklever

 Onderkant is oranje-achtig. Door zijn korte dikke nek heeft de boomklever een gedrongen bouw. Hij heeft een korte staart en een krachtige puntige snavel. Bij de mannetjes boomklever is de achterflank scherp begrensd kastanje-bruin, bij de vrouwtjes is het lichter bruin en zwakker begrensd.

Specificaties

Wetenschappelijke naam Sitta Europaea
Familie Sittidae
Habitat Het is een algemene broedvogel in loofbossen en gemengde bossen, bosschages, parken en grote tuinen. Ze komen voor in berggebieden tot 1700m. Het is een standvogel.
Voedsel In het voorjaar en de zomer worden er vooral insecten en spinnen gegeten, maar in het najaar en de winter eten ze noten en zaden en op voedertafels vet.
Hoogte 14cm
Gewicht 19-24g
Levensduur 1 - 12 Jaar
Broedtijd April-Juni
Nest Ze nestelen in boomholen of nestkasten op een laagje fijne boomschors en droge bladeren. Als de vliegopeningen te groot zijn, dan worden deze met modder of leem aan de randen dichtgesmeerd en zo verkleind.
Geluid Hun contactroep is een fluitend, herhalend 'hwiet'. Als de vogel opgewonden is, klinkt het als 'twett'. In de zang is het fluitend 'piuu piuu' of 'wuuieh wuuieh' of een sneller, trillen 'wiwiwi'.
Kenmerken Zoals zijn naam al aangeeft klimt hij onvermoeibaar en schoksgewijs langs stammen en takken van bomen. Als enige Europese vogel klautert de boomklever met zijn kop naar beneden over boomstammen. Hij kan ook op de bodem hippen. Boomklevers jagen op spinnen en insecten, maar ze zijn ook te vinden bij voedertafels. Ze eten pinda's, zonnebloempitten en zaden. Ook verzamelen ze hazelnoten en eikels. Hij drukt ze in gaten en hamert ze open met hun krachtige snavel. Het kloppend geluid dat hij daarbij maakt doet denken aan een specht. Boomklevers trekken niet ver en komen alleen voor in tuinen nabij bossen, hoewel ze kunnen nestelen in tuinen met grote bomen. Ze bouwen hun nesten in natuurlijke holtes in oude bomen. Soms zijn ze zelfs te vinden in oude spechtennesten. Ze pleisteren de ingang dicht tot de juiste diameter. Dit om te voorkomen dat grotere vogels het nest innemen. Dat doen ze door een paar keer door het gat te gaan met natte modder. Ze nestelen ook in door de mens vervaardige nestkasten. Het vlieggat moet dan 32 mm in diameter zijn. Het is zelf mogelijk het broedproces te volgen van deze vogel met een nestkast met camera. Daarmee kunt u eenvoudig alles volgen dat in de nestkast gebeurt.
Jongen 1 broedsel. 6 tot 9 roodgestippelde witte eieren.

Kenmerken