Over de Fitis
Hij is aan de buitenkant moeilijk te onderscheiden van de tjiftjaf, maar zijn poten zijn licht en het verenkleed is lichter en met gelere tinten. Ook heeft hij een lichte wenkbrauwstreep die meestal duidelijker is dan bij de tjiftjaf. Het verenkleed is zeer variabel en bij sommige veel bruiner, bijna zonder geel.
Specificaties
Wetenschappelijke naam
Phylloscopus Trochilus
Familie
Phylloscopidae
Habitat
Het is een zeer algemene en wijdverspreide broedvogel in lichte bossen, bosschages, parken, grote tuinen, moerasgebieden en andere open landschappen met veel bomen en struiken. Het is een trekvogel die overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara.
Voedsel
De fitis eet insecten en spinnen.
Hoogte
11-12cm
Gewicht
10g
Levensduur
1 - 5 Jaar
Broedtijd
Mei-Juni
Nest
Ze maken een ovenvormig nest met een zij-ingang dat goed verborgen ligt in dichte vegetatie, op of vlak boven de grond.
Geluid
Hierbij is het gemakkelijkste onderscheid met de tjiftjaf. Hij roept zacht, tweelettergrepig 'hoe-iet'. Er is sprake van een weemoedige zang die bestaat uit een vloeiende serie aflopende fluittonen. Bijvoorbeeld 'sie sie sie wuu-ie wuu-ie wuu-ie swie swie swie tuu-ie tuu-ie dei da da da'. Bij de opbouw van de zang kunt u denken aan die van de vink.
Kenmerken
De fitis is zeer levendig en foerageert op rusteloze wijze. Hij speurt voortdurend naar prooien op takjes en bladeren. Fitissen zijn zo licht dat ze zelfs tot de buitenste twijgen kunnen zitten om prooien te zoeken. De meeste vogels zouden hun evenwicht niet kunnen houden op zulke dunne takjes. Fitissen zijn polygaam. Dat betekent dat de mannetjes vaak met meerdere vrouwtjes tegelijk een nest hebben, maar helpen wel al deze vrouwtjes met het voeren van de jongen. In het voorjaar keert het mannetje als eerste terug, zodat een territorium bezet kan worden voordat de vrouwtjes arriveren.
Jongen
1 à 2 broedsels, per legsel 3 tot 6 eieren.