De gierzwaluw (Apus apus) behoort tot een aparte vogelgroep want hij is niet verwant met echte zwaluwen. Hij is groter en heeft langere vleugels dan zwaluwen. Hij vliegt òf met snelle vleugelslagen òf in snelle glij- en zeilvluchten. Dit is anders dan bij zwaluwen. Zijn verenkleed is grotendeels zwart-bruin. Als juveniel heeft de gierzwaluw een licht voorhoofd en een lichte teugel. In de vlucht heeft de gierzwaluw een pijlvormig silhouet.
Vivara ontwikkelt en produceert met specialisten uit heel Europa producten voor zwaluwen zoals huiszwaluw, boerenzwaluw en oeverzwaluw.
In 1970 broedden er nog 450.000 huiszwaluwen in Nederland. SOVON schatte in 2007 het aantal tussen de 60.000 en 125.000 paar. Tussen 1970 en ca. 2004 daalde het aantal broedparen voortdurend. Daarom staat de huiszwaluw als gevoelig op de Nederlandse rode lijst. Zowel voor de huiszwaluw als de boerenzwaluw heeft Vivara speciaal voor deze vogels geselecteerde nesthulpen uit eigen productie.
De flora en fauna wet beschermt deze vogels. Met onderstaande producten ondersteunt u binnen de wetgevingdeze vogels bij hun voortbestaan in Nederland en België.
Specificaties
Wetenschappelijke naamApus apus
FamilieApodidae
HabitatHij is oorspronkelijk bewoner van rotsachtige gebieden, maar in Europa grotendeels een cultuurvolger. Het is een algemen en wijdverspreide broedvogel in steden en dorpen. Ze zijn in Europa ongeveer 3 maanden aanwezig om te broeden.
VoedselZe eten uitsluitend vliegende insecten en spinnen die met geopende bek al vliegend worden gevangen. De adult verzameld gedurende lange jachtvluchten voedsel met speeksel in de krop, wat in de vorm van een kleine bal aan de jongen wordt gevoerd.
Hoogte17cm
Gewicht36-50g
Levensduur1 - 21 Jaar
BroedtijdMei-Augustus
NestZe nestelen in rotsspleten en muurnissen of onder dakpannen van gebouwen.
GeluidZe zijn zeer luidruchtig, vooral in rondvliegende groepen. Hij roept hoog, schril, gierend 'srieer'. Vandaar de naam gierzwaluw.
KenmerkenDe gierzwaluw brengt bijna geheel zijn leven vliegend door. Ze landen vrijwel nooit omdat eenmaal op de grond ze moeilijk weer in de lucht geraken. Zelfs slapen gebeurt in de lucht. Ze verkeren dan in een sluimertoestand en laten zich meevoeren door de wind.
Het voedsel van de gierzwaluw bestaat voornamelijk uit vliegende insecten. Bij een gebrek aan voedsel leggen ze zeer grote afstanden af. Hun nestjongen kunnen bij gebrek aan voedsel lange tijd schijndood zijn om energie te besparen. Ook de paring gebeurt in de lucht, alleen voor het nesten landen ze. Na het nestelen is het voor hen niet meer nodig om te landen tot het volgende paringsseizoen in de lente. Gierzwaluwen plaatsen hun nesten in holtes in muren of dakpannen. Ze gebruiken ook door de mens vervaardigde nestkasten. Het nest is een kleine kom van gras, bladeren en veren die met speeksel is vastgeplakt.