Over de Goudhaan
Het goudhaantje dankt zijn naam aan een zwart omzoomd geel kruintje. De bovendelen van het goudhaantje zijn olijfgroen en de onderdelen vuilwit. Met het zeer fijne priemsnaveltje eet het goudhaantje kleine insecten en kleine spinnetjes. Het goudhaantje is in West-Europa een standvogel.
Specificaties
Wetenschappelijke naam
Regulus regulus
Familie
Regulidae
Habitat
Goudhaantjes broeden vooral in de naaldbossen. Vooral sparren hebben bij dit vogeltje de voorkeur.
Voedsel
Eet kleine insecten en kleine spinnetjes.
Hoogte
9cm
Gewicht
5-7g
Levensduur
1 - 2 Jaar
Broedtijd
April-Juni
Nest
Bolvormig nest met veertjes bekleed. Bestaat verder uit mos, korstmos en spinrag.
Geluid
Goudhaantjes vallen vaak het eerste op door hun muisachtig gepiep. Het klinkt als 'sie-sie-sie'. Als we dat horen moeten we goed kijken want door hun groene uiterlijk en kleine formaat valt het vaak niet mee de goudhaantjes ook daadwerkelijk te zien te krijgen. Het zijn zeer druk aandoende vogeltjes die geen moment stilzitten.
Kenmerken
Gedurende de herfst en winter kunnen we ze aantreffen in allerlei tuinen, vooral aan de kust. Dit zijn vaak exemplaren uit Scandinavië die dan komen overwinteren of op doortrek zijn. Vaak zien we dan kleine groepjes, vaak ook met mezen, door de struiken in de tuin foerageren. Omdat goudhaantjes het gehele jaar door insecten blijven eten hebben deze heel kleine vogeltjes het met strenge winters met ijzel en sneeuw vaak erg moeilijk. Open water trekt goudhaantjes aan. Want naast veel eten willen goudhaantjes ook nog wel eens een bad nemen. Een kleine vijver of drinkplaats in uw tuin helpt het goudhaantje daarbij.
Jongen
2 broedsels. Per legsel zo'n 7 tot 10 bruingestippelde, witte of gele eieren.