Over de Groenling
Waar grote troepen groenlingen zich ophouden, zijn de aangeboden zaden in een mum van tijd opgegeten. Ze zijn vrijwel geheel afhankelijk van zaden. Ze eten zelfs restjes op de grond die andere vogels hebben laten vallen. Tijdens het broedseizoen staan er wel eens insecten op het menu.
Specificaties
Wetenschappelijke naam
Carduelis chloris
Familie
Fringillidae
Habitat
Het is een zeer talrijke en wijdverspreide broedvogel van bosranden, bosschage, parken, boomgaarden en tuinen. Hij is ook te vinden in dorpen en buitenwijken.
Voedsel
De groenling eet knoppen, bloesems en bloemen, zaden (zonnebloempitten), rozenbottels en bessen.
Hoogte
14-15cm
Gewicht
26-36g
Levensduur
1 - 13 Jaar
Broedtijd
April - Augustus
Nest
Hij maakt een los nest in bomen en struiken en in een bebouwde omgeving ook vaak in klimplanten tegen een huismuur.
Geluid
Hij roept kort 'ghuuk' of 'ghuup'. Dit is vaak snel herhaald als bijna trillend 'ghuukghuukghuuk'. Ook maakt hij een meer fluitend, stijgende 'djuuie'. Zijn zang is een mengsel van kwetterende tonen en een kenmerkend 'dzwèèh', dit is vaak in een vleermuisachtige zangvlucht. De bedelroep van jongeren is een herhaald 'djiel djiel djiel'.
Kenmerken
Het is de grootste geel-groene vink. Van oorsprong is hij een schuwe vogel, inmiddels heeft hij zich goed aangepast aan het leven in tuinen. Het is dan ook een regelmatige tuingast en is veelal te vinden op voederstations die pinda's en zonnepitten in de aanbieding hebben. Groenlingen zijn meestal te vinden in groepen, ze nestelen in kleine kolonies van ongeveer 6 paren.
Jongen
2 tot 3 broedsels, per legsel 4 tot 6 roodgestippelde, witte eieren.