Over de Grote Bonte Specht
Zijn anaalstreek is rood en de flanken zijn ongestreept. Zijn bovenkop is zwart, hierbij is het bij het mannetje met een rode nekvlek en bij het vrouwtje zonder. Het juveniel heeft een rode bovenkop. Er is sprake van een golvende vlucht.
Specificaties
Wetenschappelijke naam
Dendrocopos major
Familie
Picidae
Habitat
Hij broedt in bossen, parken, tuinen en bosschages. In de winter komt hij op voedertafels. Het is vooral een standvogel maar maakt in de winter soms invasie-achtige trekbewegingen van Noord-Europese broedvogels naar West- en Midden-Europa.
Voedsel
Het is veelzijdiger dan van andere spechten. Naast insecten worden vooral in de winter ook vetrijke zaden gegeten. Zo worden sparrenkegels in een houtspleet geklemd en opengehakt. Verder eten ze bessen en noten en in de vroege zomer zelfs jonge vogels.
Hoogte
23-26cm
Gewicht
70-100g
Levensduur
1 - 11 Jaar
Broedtijd
April-Juni
Nest
Hakt ieder jaar een nieuw broedhol. Voor het uithakken van het hol wordt zacht hout of een rottende plek uitgezocht.
Geluid
Hij roept kort en scherp 'tsjik'. Dit is vaak te horen. Bij opwinding een snel en kwetterend 'tsjrett tsjrett tsjrett'. Hij roffelt vaak met een snelle, korte roffel (circa een halve seconde, begin benadrukt).
Kenmerken
Het is de algemeenste en wijdverbreidste bonte specht. Hij is een regelmatige bezoeker van veel tuinen. Maar niet iedereen is hier blij mee. Hij staat erom bekend dat hij nestkasten plundert om de eieren en jongen van andere vogels te eten. Op het menu van de grote bonte specht staan voornamelijk insecten. In de herfst en de winter eten ze zaden, vruchten, pinda's en noten. Zo maken ze ook gebruik van voedertafels in tuinen. Verder lusten ze ook de voedzame traktaties.
Jongen
1 broedsel en legt 4 tot 7 witte eieren