(Lophophanes cristatus)

Kuifmees

De kuifmees (Parus christatus) is even groot als de pimpelmees.

Over de Kuifmees

Zijn bovenzijde is bruin en zijn onderzijde is witachtige met bruinige flanken. Er is sprake van een zwart-witte tekening op het gezicht. Zijn zwart-wit getekende kuif is het meest opvallende aan deze vogel.

Specificaties

Wetenschappelijke naam Lophophanes cristatus
Familie Paridae
Habitat Het is een talrijke broedvogel in naaldbossen. Ze komen soms ook voor in groepen naaldbomen in grotendeels loofbos en parken. Het is een standvogel.
Voedsel In de zomer eet de kuifmees insecten, insectenlarven, spinnen en andere kleine dieren. In het najaar worden er vooral zaden gegeten van naaldbomen.
Hoogte 11,5cm
Gewicht 10-13g
Levensduur 1 - 12 Jaar
Broedtijd April-Juni
Nest Zijn nest wordt gemaakt van mos en korstmos. Hij bekleedt deze met wol en haren. De kuifmees nestelt in zelfgehakte holen in heel zacht of vermolmd hout.
Geluid De kuifmees roept zeer karakteristiek en snorrend 'tsjuurrr', wat vaak vooraf wordt gegaan door een fijn 'tsiet'. De zang is rollend zoals in 'sie-sie-truulluul-truulluul'.
Kenmerken De kuifmees is een bijna endemische Europeaan: dat betekent dat de verspreiding vrijwel beperkt is tot Europa. Een zeldzaamheid in de vogelwereld. Net als de prachtige nonchalante kuif, die bij opwinding zo mogelijk nóg verder wordt opgezet. Kuifmezen zijn nogal territoriale vogels die het gehele jaar in hun broedgebied verblijven. Alleen jonge vogels vormen in de winter zwervende groepjes. In het voorjaar zoeken ze alsnog een eigen territorium, waar ze de rest van hun leven zullen blijven. De kuifmees heeft vijanden in de vogelwereld: spechten zijn dol op mezeneieren en schromen niet een nestje kuifmezen op te peuzelen. Kuifmezen houden van bossen waarin dennen (Pinus-soorten) overheersen.
Jongen 1 à 2 broedsels; per legsel 4 tot 8 witte eieren met roodachtige vlekjes. Zelden 9 tot 10 eieren.

Kenmerken