Over de Ransuil
Het verenkleed is aan de bovenkant geelbruin met een donkere, op boomschors lijkende tekening. De onderzijde is lichter met opvallende, donkere lengtevlekken. De Ransuil rust overdag vlak langs de boomstam op een zijtak en valt daar door zijn camouflerend uiterlijk niet op.
Specificaties
Wetenschappelijke naam
Asio Otus
Familie
Strigidae
Habitat
Vrij talrijke broedvogel, die in heel Europa voorkomt behalve in het uiterste noorden. De in de schemering en ’s nachts actieve ransuil broedt in bossen, maar heeft open terrein nodig om te jagen. Komt ook in parken, grote tuinen, op begraafplaatsen voor.
Voedsel
Het menu van deze vogels bestaat hoofdzakelijk uit woel- en veldmuizen, die ze in glijvlucht met hun klauwen grijpen. Ook andere kleinere zoogdieren, vogels en insecten behoren tot hun prooi.
Hoogte
36cm
Gewicht
210-330g
Levensduur
1 - 30 Jaar
Broedtijd
April-mei
Nest
De Ransuil broedt van maart-mei met 1 broedsel. Ze bouwen geen eigen nest. Het liefst gebruiken ze een oud kraai- en eksternest, soms ook een leeg eekhoornnest.
Geluid
De ransuil maakt een dof en simpel 'oeh'. Vandaar ook de verwarring met de oehoe.
Kenmerken
Opvallend aan het uiterlijk van de ransuil zijn met name zijn oorpluimen (overigens zijn dit geen echte oren). ’s Winters sluiten zich vaak grote aantallen bij elkaar aan en slapen gemeenschappelijk in bomen, vaak ook in stadsparken. Ze rusten soms in grote groepen tot wel 100 exemplaren.
Jongen
1 broedsel, 4-5 jongen