Over de Steenuil
Steenuilen hebben een gevlekt verenkleed. De bovenzijde is bruin met witte spikkels en de onderzijde witachtig en dicht bruingestreept. Alhoewel een uitgesproken masker ontbreekt ontstaat door de lichte oogstreep en lichte kin toch de accentuering van een gelaat met daarin als opvallend kenmerk de grote ogen met gele iris. De poten zijn lang en wit bevederd.
Het vliegbeeld kenmerkt zich door een snelle, lage, golvende vlucht waarbij de brede, afgeronde vleugels goed zichtbaar zijn.
Specificaties
Wetenschappelijke naam
Athene Noctua
Familie
Strigidae
Habitat
De voorkeursbiotoop van de steenuil in Nederland is een graslandschap met houtwallen, knotwilgen en oude hoogstambomen en verspreid staande boerderijen met erfbeplanting.
Voedsel
Muizen, regenwormen, kikkers, mollen, insecten en soms een klein zangvogeltje.
Hoogte
23-27,5cm
Gewicht
140-180g
Levensduur
1 - 15 Jaar
Broedtijd
April-Mei
Nest
De jongen verlaten na een week of 5 het nest, maar kunnen dan nog niet direct goed vliegen. Ze worden nog een week of zes door de ouders verzorgd. Een steenuilenechtpaar blijft elkaar het hele leven trouw en zal ook niet snel van broedplaats veranderen.
Geluid
De kreet van het mannetje klinkt als kie-kiew. Het vrouwtje antwoord met kie-oo. Ook roepen steenuilen zacht en dof: 'poe poe...'
Kenmerken
Steenuilen zijn deels overdag actief en dan vaak open en bloot, zonnend of op de uitkijk zittend, waar te nemen. Hij is een snelle vlieger. Zijn vlucht lijkt sterk op die van een specht: in bogen rijzend en dalend. Geen boom die hem in de weg staat, hij gaat er dwars doorheen, behendig vliegt hij tussen de takken door. Wel zijn de avonduren voor hem in de regel de uren van de grootste activiteit. Hij houdt van een open, kleinschalig landschap met bosjes, houtwallen en hoogstamboomgaarden. De leefruimte die hem in ons land steeds minder gegund wordt.
Vooral in de periode dat hij jongen moet grootbrengen is hij overdag actief. Dan jaagt hij meestal vanaf een uitkijkpost. Dat kan een boomstronk zijn of een paaltje in het weiland. In elk geval heeft de steenuil dus ook overdag een scherpe blik. In de zomer bestaat zijn prooi hoofdzakelijk uit kevers, sprinkhanen, rupsen en regenwormen. Verder eet hij kleine zoogdieren als muizen en spitsmuizen en kleine vogels.
De steenuil heeft veel natuurlijke vijanden. Havik en sperwer grijpen hem, als ze de kans krijgen. Als een steenmarter hem in zijn schuilplaats ontdekt, neemt de marter het nest in beslag. Een steenuil die onverhoopt in de buurt van bosuilen nestelt, heeft in de regel zijn doodsbed gespreid. En dan heb je de wezel die zijn eieren steelt. En de kraaien, eksters en vlaamse gaaien niet te vergeten.
Jongen
4 witte, bolvormige eieren