(Motacilla alba)

Witte Kwikstaart

Het mannetje en het vrouwtje lijken veel op elkaar.

Over de Witte Kwikstaart

Bij het mannetje zien we ook een zwart achterhoofd welke scherp van de grijze rug is afgescheiden. Bij het vrouwtje is het achterhoofd meer grijs en gaat langzaam over in de grijze rug. In de winter is de bovenkop grijs en de borst heeft een zwarte borstband. Het juveniel heeft een grijze borstband. Er is sprake van een golvende vlucht.

Specificaties

Wetenschappelijke naam Motacilla alba
Familie Motacillidae
Habitat De witte kwikstaart is een zeer algemene en wijdverspreide broedvogel van open gebieden: ze komen voor nabij dorpen en steden en akkers maar ook in toendra en half-woestijnen.
Voedsel Hij eet insecten welke hij heeft gevangen op de grond of na een korte rennende of half-vliegende achtervolging. Verder eet hij kleine wormen en slakken en in de winter ook zaden.
Hoogte 18cm
Gewicht 19-27g
Levensduur 1 - 12 Jaar
Broedtijd April-Augustus
Nest Hij nestelt in natuurlijke half-holen en nissen of in schuren, spleten in muren etc. Het nest wordt gemaakt van mos, takjes, bladeren en gras.
Geluid Hij roept in de vlucht een tweelettergrepig 'tsjizzik' of een enkelvoudig 'tsjik'. Vanaf de zitpost laat hij vaak een 'tsjeliet' horen. De kwetterende zang is gebaseerd op roepen.
Kenmerken Witte kwikstaarten zijn zeer beweeglijke vogeltjes. Hij wipt continu met zijn lange staart. Zij zijn ook tamelijk agressief en houden soms een 'gevecht' met hun eigen spiegelbeeld, bijvoorbeeld in een glimmende wieldop van een auto. Witte kwikstaarten zijn trekvogels, de herfsttrekperiode voor deze soort is ongeveer van augustus tot in oktober. In die periode kan men regelmatig grote groepen aantreffen. De trekrichting van de witte kwikstaarten uit Nederland is voornamelijk zuid-westelijk. Terugmeldingen van geringde exemplaren komen regelmatig uit Zuid-Spanje en Marokko. De witte kwikstaart trekt niet uitsluitend naar overwinteringsgebieden. Soms verplaatst een deel van de kwikstaarten zich naar een andere streek wanneer de weersomstandigheden daarvoor aanleiding geven. Winterwaarnemingen op gunstige plaatsen zijn in Nederland niet zeldzaam. Ook zien we bij witte kwikstaarten 'slaaptrek'. Dat wil zeggen dat zich dagelijks tegen de avond groepen verzamelen, bijvoorbeeld in een rietveld in de omgeving, en daarin gezamelijk de nacht doorbrengen. Soms worden ook grote schuren of kassen voor dit doel gebruikt.
Jongen 2 broedsels. 3 tot 5 bruingevlekte witachtige eieren per broedsel.